Vogeltjesmarkt, Prambanan en Borobudur - Reisverslag uit Jogjakarta, Indonesië van Mandy Waardt - WaarBenJij.nu Vogeltjesmarkt, Prambanan en Borobudur - Reisverslag uit Jogjakarta, Indonesië van Mandy Waardt - WaarBenJij.nu

Vogeltjesmarkt, Prambanan en Borobudur

Blijf op de hoogte en volg Mandy

21 November 2012 | Indonesië, Jogjakarta

Bij aankomst ‘thuis’ in Jogja kwamen we er al snel achter dat een kakkerlak op onze kamer had gepast tijdens onze afwezigheid. Gelukkig hadden we de spray vanuit Batu Karas meegenomen en heb ik het beestje snel naar de kakkerlakken hemel gesprayd, terwijl Angela vanaf het balkon achter dichte deuren toekeek.

Deze week kwamen ook de ouders van Brit een paar dagen langs. Ze maakten een reis van een week of 3 over Java en Bali en kwamen ook bij ons even buurten.

Op vrijdag gingen Angela en ik naar de vogeltjesmarkt. Hier aangekomen bleek de naam heel toepasselijk te zijn aangezien het leek of er alleen maar vogeltjes verkocht werden. Er stonden honderden kooien, met soms wel tientallen vogeltjes in één kooi. Na een stukje wandelen hadden we de vogeltjes wel gezien. Tot we plotseling ineens naast een paar uilen stonden, vervolgens keken we opzij en zagen we vleermuizen op zijn kop in een kooitje hangen… hierna vielen we van de ene verbazing in de andere want om de paar meter kwamen we weer andere dieren tegen. We zagen eekhoorns, reusachtige hanen, konijnen, egels, honden, vissen, in felle kleuren geverfde kuikentjes (die verkocht werden als speelgoed voor kinderen), hagedissen, enorme slangen, schorpioenen, vliegende eekhoorns, apen, dwerghamsters, muizen en katten. Vooral de honden en katten leken erop getraind om heel zielig te gaan kijken zodra je aan kwam lopen en als we een mogelijkheid hadden gezien hadden we er waarschijnlijk één mee naar huis genomen.

Nog verbaasd van wat we allemaal hadden gezien zijn we nog even langs de kraampjes op Malioboro street gelopen en hebben we ons laten verleiden om een heerlijke mc flurry te kopen. Vervolgens raakten we onderweg naar het postkantoor verzeild in een tropische regenbui waardoor we binnen een minuut tot op ons ondergoed nat waren. Toen het weer zo goed als droog was gingen we op zoek naar een taxi naar huis. (In Jogja nemen we bijna overal een taxi naartoe. Naar stage zijn we meestal 20.000 Rupiah kwijt voor een taxi met zijn vieren, dat is dus €1,60). Dit keer was er echter geen taxi te vinden die nog plek voor ons had (als het regent zijn vaak alle taxi’s bezet) en besloten we dus maar een becak (soort tuk tuk) naar huis te nemen.

’s Avonds gingen we samen met de rest van de groep eten bij de pizzeria omdat we hierna met zijn allen naar de musical belle en het beest zouden gaan, gespeeld door de studenten van onze universiteit. Toen we naar het theater wilden gaan regende het echter weer en was het opnieuw heel moeilijk om een taxi te bemachtigen. Angela, Adelien en ik besloten het bij de weg te proberen en hadden er toch redelijk snel één te pakken. De anderen hebben nog heel lang zitten wachten in het restaurant en hebben uiteindelijk maar besloten om allemaal naar huis te gaan. In plaats van met zijn 16’en waren we dus uiteindelijk maar met zijn drieën bij de musical. De musical was in het Engels, ze hadden het erg leuk gedaan en ook de decors en kostuums waren mooi. Maar helaas was het geluid heel erg slecht waardoor we bijna geen woord van de musical verstonden, na 1,5 uur hebben we getwijfeld om te vertrekken maar uiteindelijk hebben we toch maar uit beleefdheid de ruim twee uur durende musical uitgezeten. Waarna we even overdreven hard geklapt en gejoeld hebben voor de spelers om de verveling uit ons lichaam te krijgen.

De volgende dag hadden Angela en ik besloten dat het wel eens tijd werd om wat dingen meer dingen te gaan bezoeken en doen in Jogjakarta. We wilden dit niet meteen allemaal in het begin doen omdat we bang waren dat we dan later niets nieuws meer te zien hadden. Maar nu hadden we al zo lang gewacht dat de tijd toch wel een beetje begon te dringen. Daarom gingen we vandaag naar de hindoeïstische tempel Prambanan. In Jogja zelf valt het erg mee maar uit ervaring weten we dat we bij dit soort toeristische attracties heel vaak op de foto gevraagd worden. Ik had al gegrapt om met stift ‘Picture 10.000 rupiah!’ op mijn shirt te schrijven en toen bij aankomst meteen 3 groepen toeristen-in-eigen-land op ons af kwamen lopen had ik meteen spijt dat ik dit niet gedaan had.

We liepen langs de tempels, maakten foto’s en gaven af en toe even een interviewtje weg aan de Indonesische studentes die hier probeerden hun Engels te oefenen. Tot we bij een tempel kwamen die helemaal omgeven was met hekken, voor de tempel stond een groot bord waar onder andere op stond: ‘The Shiva temple is relatively stable.’ Toen we de hekken binnengingen kregen we echter wel allebei een bouwhelm op, waardoor wij ons natuurlijk af gingen vragen of de tempel wel echt zo ‘stable’ was. Maar we zijn er gelukkig weer heel uitgekomen zonder vallende stukken tempel om ons heen.

’s Avonds gingen we opnieuw eten bij ‘mi casa es su casa’. Dit keer met de ouders van Brit en de moeder van Marloes en een jongen die we meegesleept hadden uit ons hostel. De vorige keer dat we hier waren hadden we de cobra, python en het cobrabloed al op de menukaart zien staan maar was niemand dapper genoeg om het te bestellen. Dit keer bestelde de jongen uit ons hostel zonder twijfelen de ‘devil drink’ zoals het cobrabloed gemengd met rode wijn en suiker op de kaart genoemd werd. Toen het rode goedje op tafel kwam, hij het geproefd had en me ervan verzekerd had dat het eigenlijk best lekker was, besloot de dare devil in mij om het dan ook maar te proberen. Maar toen ik een slokje wilde nemen zag ik allemaal vreemde witte sliertjes onderin zitten, nadat mij verteld werd dat het ‘just noodles’ waren besloot ik er maar niet te veel bij na te denken en een slok te nemen. Tot mijn grote verbazing smaakte het gewoon als een gek fruitsapje. Dit kon ik dus ook weer van mijn lijstje afstrepen. Toen de jongen het drankje bijna ophad (nadat ook Angela het had geproefd) werd hem verteld dat de vreemde dingetjes onderin de aderen en de gal van de slang waren(gelukkig wisten we dit niet eerder) en dat hij deze met de laatste slok in één keer op moest drinken omdat het nogal bitter zou smaken als de gal in zijn mond kapot zou gaan. En zo gezegd zo gedaan…

Ondertussen waren Marloes en haar moeder in gesprek geraakt met een paar Nederlanders die aan een tafeltje verderop zaten. Toen we weggingen bleek dat zij de cobra zelf hadden besteld die netjes opgerold op hun tafel lag en waar ik toen ook nog een stukje van aangeboden kreeg. Ik scheurde een klein stukje van de graten die erin zaten af en at het op. Het was een soort wit vlees en een klein beetje taai. Maar nu kan ik jullie in ieder geval vertellen dat ik dat ook nog gedaan heb!

De volgende dag kwam ik ’s avonds Wesley (de jongen die vanuit Batu Karas met ons meegereden was) weer tegen en vertelde hij dat hij de volgende dag samen met een meisje uit Japan op de scooter naar de boeddhistische tempel Borobudur wilde gaan. Angela en ik vonden dit ook wel een goed idee en dus rende ik in alle haast nog naar huis om mijn portemonnee te halen om nog een scooter te kunnen huren. Nadat ik in grote paniek de hele kamer overhoop had gehaald bleek de mijn portemonnee gewoon in mijn tas te zitten en kon ik dus snel weer terug rennen om nog een scooter te kunnen halen voordat de zaakjes dicht gingen (die achteraf ook nog ruim een uur open bleken te zijn). Nadat ik vier euro betaald had reed ik weg met een scooter voor een hele dag en twee helmen, om er al snel door een naderende auto aan herinnerd te worden dat ze in Indonesië links rijden.

Omdat het Wesley’s idee was ging ik er vanuit dat hij zich wel had georiënteerd op de weg, zelf wist ik alleen dat het ongeveer een uurtje rijden moest zijn. Toen ik dit voor de zekerheid nog even aan hem vroeg antwoordde hij met: ‘Het is die kant op!’, waarbij hij naar mijn idee in een willekeurige richting wees. Ik besloot dat we het allemaal wel zouden zien en omdat we graag de zonsopgang wilden zien bij de Borobudur spraken we om 4 uur ’s nachts voor zijn hotel af.

Met een klein beetje vertraging stonden we om kwart over vier bij Wesley voor de deur die gelukkig zelf ook wat vertraging bleek te hebben. We sprongen met zijn vieren op de twee scooters en reden de kant op die Wesley eerder die avond aan had gewezen. En zoals te verwachten waren we na ongeveer twee straten verdwaald. Gelukkig zijn er in Jogjakarta altijd mensen op straat te vinden en willen die je ook graag een eindje verder op weg helpen. Het nadeel van deze manier van rijden is dat je een stuk minder snel vooruit gaat dan wanneer je de weg wel zou weten, wat er voor zorgde dat we de zonsopgang mochten bekijken vanaf de voorkant van een supermarktje in Jogjakarta. Nog steeds vol goede moed reden we door en op een gegeven moment hadden we ons ervan verzekerd dat we op de weg zaten waar we voorlopig bijna alleen nog maar rechtdoor moesten. Ik had de smaak van het links rijden lekker te pakken en zigzagde vrolijk door het ondertussen al steeds drukker wordende verkeer. Tot Wesley bedacht dat het misschien een goed idee was om voor de zekerheid nog even te vragen of we echt goed gingen, waarna we er achter kwamen dat we al ruim tien minuten met een flink tempo de verkeerde kant op reden. Ook toen we terug gingen misten we nog een keer de goede afslag en hierna zaten we dan eindelijk op de goede weg en vanaf hier bleek het ook eigenlijk allemaal helemaal niet zo moeilijk te zijn. Na een tocht van ongeveer 2,5 uur rond scooteren en rondvragen kwamen we dan uiteindelijk bij de Borobudur aan.

Omdat Angela en ik in het bezit waren van een studenten pas van de Sanata Dharma Universiteit mochten wij via de ‘locals’ ingang naar binnen waar we 30.000 (€2,40) rupiah betaalden voor een kaartje. Binnen troffen we Wesley en Aki weer die de toeristen ingang hadden moeten nemen en daar 190.000 Rupiah (ruim €15) voor een kaartje hadden moeten betalen. Zo werd maar weer eens het verschil duidelijk tussen de prijzen voor de toeristen en de prijzen voor de Indonesiërs.

De Borobudur was erg mooi en indrukwekkend. Helaas waren sommige beelden beschadigd en bij een flink aantal Boeddha’s was ook het hoofd verloren gegaan (wat wel weer zorgde voor leuke foto’s door ons eigen hoofd hierboven te houden). Helemaal bovenop de tempel had je fantastisch uitzicht over de omgeving en daarbij ook de Merapi vulkaan. Er stonden heel veel stoeppa’s met daarin beelden van Boeddha. Een lokaal bijgeloof vertelt dat je het eeuwige geluk zult ontvangen wanneer je door de stoeppa’s een Boeddha beeld aan kunt raken. Dit bleek helemaal niet zo moeilijk te zijn en dat hebben we voor de zekerheid dan ook allemaal maar even gedaan (zoals Luppa zou zeggen: Never try, never know!).

Gelukkig hadden we de weg terug wel onthouden en waren we nu wel in ruim een uur thuis. Na een lekker wat gegeten te hebben brachten we de scooter terug en gingen we nog even naar de Rastabar. Jacky had ons gevraagd om even langs te komen aangezien hij hier met zijn band eventjes op zou gaan treden. Al snel hadden we door waarom Jacky ons allemaal gevraagd had om te komen. Jacky had aangepapt met één van de meiden die ook met ons mee was naar Karimunjawa. Het meisje was blijkbaar even vergeten dat ze in Nederland al 4 jaar een vriend had en sliep ondertussen al een paar weken bij Jacky in bed, die ondertussen (als je het mag geloven) tot over zijn oren verliefd was en zelfs al verschrikkelijk veel van haar hield. Dit wilde hij vanavond dan ook even aan ons allemaal laten weten door allemaal romantische liedjes te zingen terwijl zich ondertussen een powerpoint afspeelde met foto’s van haar en van hun samen en haar tot slot een ring te overhandigen. (Later werd de walging voor de hypocriete dame in kwestie nog veel groter nadat zij even voor Jacky had besloten dat hij niet meer met ons om mocht gaan.) Nadat we allemaal met plaatsvervangende schaamte hadden staan kijken, kwamen er gelukkig nog een paar leuke optredens doken we na een lange dag lekker ons bedje in.

  • 22 December 2012 - 20:29

    Jannie:

    wat een genot om weer een verslag van je te lezen. Misschien besef je dat niet altijd....maar het is zooooooooo leuk om je op deze manier te volgen!!! Print het weer snel uit, dan kan oma het morgen weer lezen. Die geniet er ook zo van; ze was ook zo blij met je kaartje!!
    Nog een paar daagjes op Bali en dan naar Thailand; dat is nieuw voor mij, dus kijk al uit naar je verhalen. Dikke kus en knuff van willie wortel en tante xxxxxxx

  • 23 December 2012 - 11:40

    Mams:

    Wat een leuk verslag weer!! Wat maken jullie veel mee! Zei ze ja? :)))))
    Kom nou maar weer eens naar huis hoor ..... we missen je!! Xxxxxxx

  • 23 December 2012 - 12:12

    Henny:

    Merry Christmas en weer genoten van de mooie verhalen. Dikke kus XXXX.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mandy

Actief sinds 27 Juni 2011
Verslag gelezen: 918
Totaal aantal bezoekers 57038

Voorgaande reizen:

14 Januari 2018 - 21 Januari 2018

Lapland 2018

04 Oktober 2016 - 24 Oktober 2016

Filipijnen

03 Oktober 2012 - 17 Januari 2013

Indonesië en Thailand

30 Juni 2011 - 02 September 2011

Animatieteam Italie

Landen bezocht: